-
1 exclusif
exclusif [ekskluuzief]♦voorbeelden:1 être exclusif de • uitsluiten, onverenigbaar zijn metune exclusive • uitzonderingsmaatregel, veto= exclusive; adj1) uitsluitend, alleen2) apart, niet alom verkrijgbaar3) allesoverheersend, absoluut -
2 pratique
pratique1 [praatiek]〈v.〉1 praktijk ⇒ ervaring, oefening, vaardigheid2 be-, uitoefening ⇒ (het) beoefenen3 toepassing ⇒ aanwending, gebruik5 handelwijze ⇒ manier van doen, praktijk♦voorbeelden:en pratique • in de praktijk, in werkelijkheid3 mettre en pratique • in praktijk brengen, toepassen4 pratique religieuse • kerkgang, naleving van godsdienstplichten————————pratique2 [praatiek]1 praktisch ⇒ 〈 bijvoeglijk naamwoord ook〉 bruikbaar, op de praktijk gericht ⇒ 〈 bijwoord ook〉 in de praktijk, in werkelijkheid♦voorbeelden:→ travail1. f1) praktijk2) toepassing3) naleving4) gebruik, gewoonte2. adj1) praktisch2) bruikbaar3) handig -
3 singulier
-
4 substantiel
substantiel [suupstãsjel]= substantielle; adj1) wezenlijk, substantieel2) aanzienlijk3) belangrijk4) voedzaam -
5 valable
valable [vaalaabl]♦voorbeelden:3 être valable • geldig zijn, geldenle passeport n'est plus valable • het paspoort is verlopenadj2) waardevol3) goed, juist -
6 galant
galant [gaalã]♦voorbeelden:femme galante • lichte vrouwpoésie galante • hoofse poëziele Vert-Galant • Hendrik IV〈 formeel〉 un galant • minnaar, aanbidderun vert galant • rokkenjager, Don Juan -
7 amoureux
amoureux [aamoereu]♦voorbeelden:tomber amoureux de • verliefd worden opun amoureux • geliefde, aanbidder, minnaar, vrijer1. m (f - amoureuse)geliefde, aanbidder, minnaar2. = amoureuse; adj2) liefde(s)-3) verzot (op) -
8 consécutif
consécutif [kõseekuutief]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 achtereenvolgend ⇒ opeenvolgend ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 achtereenvolgens, achtereen, na elkaar♦voorbeelden:1 consécutif à qc. • als gevolg van iets, voortvloeiend uit ietsconsécutivement à qc. • tengevolge van ietsla consécutive • het consecutieftolken= consécutive; adj1) achtereenvolgend, opeenvolgend2) gevolgaanduidend [taal] -
9 coopératif
coopératif [ko.oppeeraatief]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 tot medewerking bereid ⇒ behulpzaam ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 in een geest van samenwerking♦voorbeelden:2 une (société) coopérative • coöperatieve vereniging, coöperatie= coopérative; adj1) behulpzaam2) coöperatief, samenwerkend -
10 général
général1 [zĵeeneeraal],généraux [zĵeeneeroo]〈m.〉1 generaal ⇒ veldheer, krijgsoverste♦voorbeelden:général de corps d'armée • luitenant-generaalgénéral de division • generaal-majoor————————général2 [zĵeeneeraal],généraux [zĵeeneeroo]4 〈 alleen bijwoord〉in, over het algemeen ⇒ gewoonlijk, meestal♦voorbeelden:culture générale • algemene vorming, ontwikkelingà l'étonnement général • tot ieders verbazingl'idée générale d'un chapitre • de grote lijn van een hoofdstukd'une manière générale • globaalmédecine générale • huisartsengeneeskunde, algemene geneeskundemobilisation générale • algehele mobilisatietraiter un sujet généralement • een onderwerp in grote lijnen behandelenen général • in het algemeen, over het algemeen, gewoonlijkl'Anglais en général • de doorsnee Engelsmanconclure du particulier au général • algemene conclusies trekken uit specifieke gevallenprésident-directeur général • algemeen directeurquartier général • hoofdkwartier1. m 2. adj1) algemeen, globaal2) hoofd-, algemeen3) vaag -
11 indépendant
-
12 intime
intime [ẽtiem]4 gezellig♦voorbeelden:être intime avec qn. • vertrouwelijk met iemand omgaanun(e) intime • boezemvriend(in), intieme vriend(in)1. m/fboezemvriend/-in2. adj1) intiem, vertrouwelijk2) strikt persoonlijk, privé3) innerlijk, diep4) gezellig -
13 raisonnable
raisonnable [rezzonnaabl]adj1) redelijk, verstandig2) tamelijk, behoorlijk -
14 régulier
régulier [reeguuljee],régulière [reeguuljer]2 regelmatig ⇒ gelijkmatig, bestendig♦voorbeelden:vie régulière • geregeld levenservice régulier • lijndienst6 un régulier • ordesgeestelijke; soldaat van de geregelde troepen= régulière; adj1) regelmatig2) geregeld3) stipt4) betrouwbaar5) regulier -
15 secondaire
secondaire [səgõder]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 ondergeschikt ⇒ bijkomstig, bijkomend, bij-, secundair ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 op bijkomstige, ondergeschikte wijze♦voorbeelden:jouer un rôle secondaire • een ondergeschikte rol, bijrol spelenadj1) secundair, bijkomstig2) voortgezet [onderwijs] -
16 sensible
sensible [sãsiebl]3 waarneembaar ⇒ voelbaar, aanzienlijk♦voorbeelden:1 c'est son endroit sensible • dat is zijn, haar tere puntpoint sensible • gevoelige plek, kwetsbaar puntêtre sensible de la gorge • een gevoelige keel hebbenêtre sensible à la musique • gevoel hebben voor muziek, veel van muziek houdenfaire des progrès sensibles • duidelijke vorderingen makenadj1) gevoelig2) meelevend3) voelbaar4) aanzienlijk -
17 religieux
religieux [rəliezĵjeu]3 religieus ⇒ godsdienstig, vroom4 eerbiedig ⇒ ingekeerd, stil, religieus♦voorbeelden:mariage religieux • kerkelijk huwelijkmusique religieuse • gewijde muziek, kerkmuziekun religieux, une religieuse • monnik, non, religieus, ordesgeestelijke -
18 accessoire
accessoire [aakseswaar]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 bijkomend ⇒ ondergeschikt, neven-, hulp- ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 bijkomstig, eventueel, in tweede instantie♦voorbeelden:l' accessoire 〈m.〉 • de bijzaak, het bijkomstige1. m 2. accessoiresm pl1) accessoires, toebehoren2) rekwisieten [toneel]3. adjbijkomend, ondergeschikt, neven-, hulp- -
19 approximatif
approximatif [aaproksiemaatief]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 ruw geschat ⇒ benaderend, grof ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 bij benadering, ongeveer= approximative; adjruw geschat, benaderend -
20 âpre
âpre [aapr]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 wrang 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ scherp, bitter ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 hard ⇒ 〈 ook figuurlijk〉 verbitterd, vinnig2 begerig♦voorbeelden:une âpre lutte • een felle strijdcombattre âprement • een bittere strijd leverenadj1) wrang2) belust (op)
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский